Gezag en straf

“Wat is voor jullie gezag? Van wie gaat die uit en wat is goed en fout gezag? Wat is straf? En wat zijn aanvaardbare en onaanvaardbare straffen?”

In het voorbereidende onderzoek voor de opstelling van een vragenlijst over kindermishandeling sprak Kind & Samenleving met kinderen en jongeren over hun zorg- en gezagsrelaties in drie verschillende contexten: thuis, school en vrije tijd.

We spraken meerdere malen met kleine groepjes kinderen en jongeren. In totaal hielden we 24 focusgesprekken met 46 kinderen en jongeren tussen 10 en 18 jaar.

Gezag

Thuis zijn de belangrijkste gezagsfiguren de ouders, en soms andere ‘grote mensen’ in het gezin. Kinderen en jongeren erkennen dit gezag. Ouders oefenen gezag uit over de tijdsbesteding van kinderen en jongeren, over hun veiligheid, gezondheid, hun schoolloopbaan.

Zo snoepen. Als ge te veel snoept, dan wordt ge ziek en dan zeggen mijn ouders toch: Stop. En dat is goed.
Jongen 5e lj. LO

Op school zijn het de leerkrachten en directie die naar voor worden geschoven als de belangrijkste gezagsfiguren. Daarnaast vermelden kinderen en jongeren ook het schoolreglement als gezagsbron.

Als er geen regels zouden zijn, zou het geen school meer zijn, hé. Niemand zou nog luisteren. Meisje 2e gr. SO

Gezag in de vrijetijdscontext is, net zoals gezag in de zorgcontext, voor kinderen en jongeren een vreemd thema. Zij benadrukken vooral hun eigen keuze en hun eigen verantwoordelijkheid. Gezag is in deze context erg relatief, vooral omdat er volgens hen weinig mogelijkheden bestaan voor sancties en straffen.

Tijdens de gesprekken met de kinderen en jongeren werd door hen steeds benadrukt dat hun nood aan zorg of hun aanvaarding van gezag sterk afhankelijk is van de context. De leeftijd van het kind is bijvoorbeeld belangrijk, maar ook de relatie tussen kinderen en ouders, of de manier waarop het gezag wordt uitgeoefend: autoritair of via dialoog.

Hoe meer vertrouwen ge hebt, hoe losser ze zijn. Als ge braaf zijt, een goed rapport hebt, zorgen dat ze nooit kwaad zijn op u, geen politie aan de deur, dan moogt ge meer.
Jongen 2e gr. SO.

Kinderen en jongeren over disciplinering en straf

We spraken met kinderen en jongeren ook over conflicten met gezagsfiguren. Hoewel kinderen en jongeren aangeven het ouderlijke gezag te aanvaarden, geven ze aan dat de uitoefening van dat gezag vaak ook aanleiding is voor conflicten. Conflicten kunnen over van alles en nog wat gaan: over te weinig zakgeld, te laat thuiskomen, veroordelen van vrienden, schoolprestaties en dergelijke. Conflicten zijn heel normaal in de relatie tussen ouders en kinderen.

Opvallend was dat niet zozeer de oorzaak van het conflict bij kinderen reacties oproept, maar wel de manier waarop het gezag wordt uitgeoefend. Problemen hebben kinderen en jongeren vooral met autoritaire, onduidelijke, onrechtvaardige en inefficiënte gezagsuitoefening. Het “waarom?- Daarom!”-dialoogje vinden veel kinderen moeilijk te aanvaarden.

Als ge iets verbiedt dan moet ge daar een reden voor hebben, niet ‘Daarom’. Mijn papa die zegt dat ook soms: ‘Waarom niet?’ en dan ‘Daarom’. Dat zijn zo van die klein-kindjes-woorden, waar ge niets aan hebt.
Jongen 1e gr.SO

Wanneer er conflicten ontstaan, zijn er verschillende reacties mogelijk, zowel van kinderen en jongeren als van ouders. Conflicten worden uitgepraat, of kinderen en jongeren leggen zich neer bij de beslissing van hun ouders door te zwijgen, zich te verwijderen, zich er bij neer te leggen.

Je weet niet altijd waarom je straf krijgt.
Jongen 1e graad SO.

Maar conflicten kunnen ook escaleren. Dan volgen er hevige discussies, roepen, schelden, en straffen. Kinderen en jongeren beschouwen de volgende afwikkelingen van conflicten als straf:

  • dreigen met straf (het pas op of…!),
  • genegeerd worden (ouders spreken niet meer met hun kind),
  • hard roepen en schelden,
  • het afnemen van bezittingen (zoals een GSM),
  • het afzonderen (van het in de hoek staan tot huisarrest),
  • fysieke straffen.

Sommige kinderen en jongeren getuigden dat ze thuis soms een klap kregen. Een paar kinderen kregen ook fysieke straffen als knijpen, duwen, met je knieën op blokjes moeten zitten, in de hoek met je handen omhoog, klappen met een pantoffel en dergelijke.

We hebben kinderen en jongeren expliciet gevraagd wat ze vonden van een klets krijgen, van die zogenaamde pedagogische tik. Ook uit het survey-onderzoek blijkt dat veel kinderen regelmatig thuis een klap krijgen.

Als ge een slag krijgt zijt ge er direct vanaf.
Jongen 5e lj. LO
Nee, dat is niet leuk, want dan kan je blauwe plekken hebben. Maar ja, ik verstop dat dan met mijn make-up.
Meisje, 1e gr. SO

We vroegen de kinderen en de jongeren in de focusgroepen of een klets krijgen aanvaardbaar is, of een klets krijgen misschien efficiënt is. We vroegen hen of ze bepaalde alternatieven beter vonden, en we vroegen hen of er een wet moest komen die ouders verbiedt fysiek geweld te gebruiken in de opvoeding.

Pijn doen maakt het juist erger. Mijn broer, die heeft dat heel fel.
Jongen 2e gr. SO

Uit de focusgesprekken werd in ieder geval duidelijk dat de meningen verdeeld zijn. Sommige kinderen en jongeren vinden het een aanvaardbare, efficiënte opvoedingstechniek, die bovendien soms gemakkelijker is te dragen dan een andere straf. Maar een grote groep kinderen en jongeren vindt elke vorm van lichamelijk geweld in de opvoeding onaanvaardbaar en inefficiënt.

Een tik is hetzelfde als kindermishandeling. Het is goed dat dat in sommige landen al verboden is. Er zijn toch ook andere manieren om te straffen.
Meisje 2e gr. SO.
Wie niet horen wil, moet voelen.
Jongen 3e gr. SO.

Fysieke straffen zetten volgens hen de relatie tussen de gezagsfiguur en het kind te zwaar onder druk. Toch vroegen kinderen en jongeren ook rekening te houden met de omstandigheden. Soms is een directe, fysieke ingreep nodig voor de veiligheid van een kind, soms staan de ouders zo onder druk dat het wel eens kan gebeuren, soms past het ook beter in een bepaalde opvoedingscultuur en tillen de kinderen er niet zo zwaar aan. Opnieuw benadrukken kinderen dat de manier waarop iets gebeurt, binnen welke soort relatie dit gebeurt belangrijk om een waardeoordeel te geven, om een klets al dan niet aanvaardbaar te vinden.

Op school aanvaarden kinderen en jongeren het gezag van leerkrachten, directie en andere volwassenen. Toch ontstaan er ook hier dikwijls conflicten. De oorzaak kan zeer verschillend zijn. Net zoals thuis gaat het echter niet zozeer over het ‘wat’, maar wel over het ‘hoe’. Ook hier aanvaarden kinderen en jongeren moeilijk dat volwassenen autoritair gezag uitoefenen of onrechtvaardig zijn. Op school moeten kinderen en jongeren zich nog meer dan thuis bij het gezag op school neerleggen. De leerkracht neemt dikwijls een machtspositie in door het gesprek te beëindigen of door straf te geven.

Leerkrachten die beloven dat ze een cursus gaan typen en dan 3 weken daarna beweren dat ze dat nooit hebben gezegd en dat je alles moet noteren. Dan ontploft de klas, dan begint iedereen te reageren en ja, van het een komt het ander. De leerkracht krijgt zijn gedacht niet en hij begint streepkes te zetten of straf te geven of hij gooit er dan een paar buiten,
Jongen 3e gr. SO

De variatie aan straffen is ook in deze context groot:

  • Nota’s in de agenda
  • Schrijfstraffen
  • Ontzeggen van educatieve zorg
  • Afzondering
  • Vernedering
  • Fysieke straffen

Iedereen wijst deze laatste vorm van straffen principieel af.

In de vrijetijdscontext vinden kinderen en jongeren gezag een vreemd thema. Ze benadrukken vooral hun eigen keuze en hun eigen verantwoordelijkheid. Gezag is hier relatief. Er zijn weinig sancties, en conflicten komen niet veel voor. Wat wel opviel, was dat er in sommige vrijetijdscontexten zoals sport en jeugdbeweging een grotere tolerantie lijkt te bestaan ten aanzien van fysieke straffen en zelfs fysiek geweld.

Heeft dit te maken met een bepaald taboe, zoals de Kinderrechtencoalitie ooit opperde? Omdat vrijetijdsactiviteiten tot stand komen dankzij het engagement van 1.000-den gemotiveerde vrijwilligers, lijkt het moeilijk kritiek te geven op hun gedrag. Een mogelijke verklaring is ook dat het aftasten van grenzen kenmerkend is voor jongeren, ook als ze in leidinggevende functies zitten. Ze kunnen daarbij ook de grenzen opzoeken van geweld en mishandeling.

De Chiro of de KSA, dat is gemaakt voor de lol. Ik vind dat niet erg dan. Er was zo een keer een leider met een pistool voor nietjes en hij heeft dat een keer zo tegen iemand zijn been geschoten. Gewoon. Ze zat daar dan met een verband, zo helemaal rond en dat bloedde ik weet niet hoe hard. Dat was bèèèèère grappig! Ja, dat is voor leute te maken.
Jongen 1e gr. SO
Zeker in de winter is dat ik weet niet hoe grappig. Als ze echt niet willen meewerken, moet je ze gewoon buiten zetten. Na een tijdje gaan ze dan weer zagen om mee te doen.
Jongen 3e gr. SO
Dat is juist tof, vuil zijn of in riolen gaan lopen of zo. Als dat op school is, zo de hele tijd beginnen uit te schelden, ja door een leraar, dan zou ik wel, ja… Maar een leider van de Chiro of zo. Nee.
Jongen, 1e gr. SO

Toch wordt deze tolerantie t.a.v. geweld ook in vraag gesteld.

Ze moesten hun broek afdoen en dan de hele tijd toertjes lopen in hun slip. Dat zijn zo echt van die straffen dat ze vernederd zijn. Ja, da’s echt, dat is er echt over.
Jongen 3e gr. SO

De ideale conflictoplossing

Als ik dan heel hard boos ben, dan zou ik hem toch een klets geven. Maar niet als zijn huiswerk niet af is. Dan zou ik hem niet shotten, maar zou ik hem zeggen ‘Allez, doet toch eens door!’. Dan zou ik hem niet straffen of slaan. Als hij dan toch nog iets fout doet, dan zou ik hem in de hoek sturen.
Jongen, 5e lj. LO.

Om te weten te komen welke straffen kinderen en jongeren efficiënt en aanvaardbaar vinden, werd de volgende vraag gesteld tijdens de focusgroepen: Hoe zal jij later wanneer je volwassen bent een ruzie met een kind oplossen? Met deze vraag konden de jonge deelnemers afstand nemen van hun eigen situatie en reflecteren over hoe een conflict best wordt opgelost.

Opvallend is dat na een eerste reactie van ‘geen straf geven’, kinderen en jongeren vooral straffen voorstellen die ook gebruikt worden door hun ouders. Op zich is er niet zo een wezenlijk verschil te merken in strafhantering. Ook zij stellen voor om bezittingen af te nemen, om kinderen af te zonderen, om hen te negeren, en als het ‘nodig is’ hen een klap te geven. Alle mogelijke straffen passeren weer de revue.

Eerder citeerden we een jongen die zei dat een klap niet zo erg was omdat je er dan snel vanaf bent. Op de vraag welke toekomstige opvoedingsstijl hij zou hanteren, beoordeelt hij fysieke straffen als de meest zware vorm van straffen. Een klap is voor hem dan enkel aanvaardbaar als je als ouder ‘heel hard boos bent’. Hij geeft een gradatie aan van straffen: eerst mondeling aansporen (allez, doet toch eens door) , dan afzonderen (in de hoek), en dan pas een klets. Maar zeker niet shotten.

De vraag hoe conflicten met gezagsfiguren best worden opgelost, leverde vooral een warm pleidooi op om eerst en vooral de reden van het conflict uit te leggen en het vooral uit te praten.

Ik vind dat gemakkelijk om op te antwoorden: uitpraten en rustig worden.
Meisje 5e lj. LO.
Die kunnen wel uw GSM afpakken maar dan gaan we toch iets hebben van: ‘Ja, nee, als we zo gaan beginnen…’. Gewoon babbelen en zeggen dat ge dat niet kunt appreciëren.
Meisje 2e gr. SO
Vooral niet afblaffen. Gewoon het kind laten uitspreken. Dat ze ook eens luisteren hoe wat uw standpunt is.
Meisje 3e gr. SO.

Meer lezen