• Wij hebben niet echt een groot huis, maar voor twee mensen is het wel goed.

    Kinderen zijn tevreden over de grootte van hun huis, maar hebben wel bedenkingen bij de kwaliteit van het huis.

  • 'Mijn school is niet zo leuk.'

    Kinderen in armoede vinden school wel leuk, maar ondervinden ook struikelblokken in hun schoolcarrière.

    Foto George Hodan Children's Dreamy Eyes

Kinderen in armoede

Anno 2013 wordt ongeveer 1 op 10 kinderen geboren in armoede (9,7%) en 10,4% van de jongeren leeft in armoede, meldt de Armoedebarometer 2013. Het is niet duidelijk wat ontstellender is: het feit dat dit percentage zo hoog ligt, of dat het erger wordt.

In 2009 en 2010 voerde Kind & Samenleving een belevingsonderzoek uit met kinderen (tussen 5 en 12 jaar) en jongeren (tussen 13 en 19 jaar) die in armoede leven. Ondanks de enorme kennis die er ondertussen bestaat over de armoedeproblematiek, was er weinig inzicht in de leefwereld van kinderen en jongeren die in armoede leven.

Kinderen in Afrika, die zijn arm!

Typisch aan belevingsonderzoek is dat aan kinderen en jongeren zoveel mogelijk vrijheid gegund wordt om zelf dingen in te vullen. Een opvallende vaststelling is dat de kinderen die meewerkten aan dit onderzoek zichzelf niet arm vinden. Als ze zich vergelijken met andere kinderen weten ze dat ze niet veel hebben, maar vinden ze dat ze toch wel genoeg hebben.

Dat roept de vraag op of er dan eigenlijk wel een probleem is als kinderen zichzelf niet arm voelen.

Als kinderen over hun leefwereld vertellen, gaat het over wat voor hen belangrijk is, zoals het gezin, of wat veel tijd in beslag neemt, zoals de school. De kinderen tussen 5 en 12 jaar die meewerkten aan dit onderzoek spraken over hun gezin, hun vrienden, de buurt waarin ze wonen, de school waar ze naartoe gaan. Armoede is niet de voornaamste spiegel waardoor kinderen naar hun leven kijken, we vinden het wel terug in hun verhalen.

Sporen van uitsluiting in de leefwereld van kinderen

Wat we terugvinden in de verhalen van kinderen die in armoede leven, wijst op uitsluiting of op een gemis aan aansluiting.

  • Kinderen vinden een eigen plek in een gezin, hoewel de gezinssamenstelling soms behoorlijk complex is. Ouders, broers en zussen (ongeacht bloedlijn) en huisdieren leven samen met kinderen in dit gezin. Moeder is vooral de verzorger, de evidente aanwezige. Vader is de broodwinnaar en de grappige, maar hij zou meer thuis mogen zijn voor kinderen. Broers en zussen zijn er om mee te spelen en daarbij hoort ontegensprekelijk steeds weer ruzie. Het huis waarin ze wonen is misschien wel groot genoeg, maar de kwaliteit laat toch te wensen over. Er zijn problemen met vocht, verwarming, ongedierte.
  • School neemt veel tijd in het leven van kinderen in, maar er zijn weinig elementen die ze ook echt als leuk benoemen. Kinderen spreken soms over leuke leerkrachten, of over doe-vakken. Maar ze vertelden vooral over pestkoppen op school, over gestraft worden, of over blijven zitten. Kinderen voelen zich niet altijd gesteund door hun leerkrachten wanneer ze gepest worden.
  • De vriendenkring van de kinderen in dit onderzoek is vrij beperkt. Op school en in de kinderwerking maken ze af en toe wel vrienden. Vrienden maken is trouwens niet voor iedereen even gemakkelijk. De vriendschappen waar kinderen over praten zijn vaak vluchtig van aard maar er zijn ook heel stevige vriendschappen bij zoals ‘wij zijn eigenlijk een team’.
  • Kinderen zijn nauwelijks (of maar kort) aangesloten bij het ‘reguliere jeugdwerk’. Sportverenigingen zijn wel aantrekkelijk voor een aantal kinderen.

Jongeren spreken over uitsluiting

Het onderzoek met jongeren werd uitgevoerd in opdracht van Unicef en is verwerkt in een What do you Think? – rapport. In dat onderzoek vertelden jongeren over hun leven en ook daar kwamen de belangrijkste domeinen in hun wereld aan bod: gezin en familie, onderwijs, vrienden, de wijk, werk, toekomst en armoede. Eigen aan de leeftijd is dat vrienden een grotere plaats in de verhalen innemen. De jongerenwerking speelt daar een belangrijke rol in. Opvallend is ook dat hun leefwereld breder is dan die van de kinderen: jongeren voelen zich meer deel van de buurt en willen daar ook hun zegje over kunnen doen.

Ook in dit onderzoek zijn de verhalen van de jongeren niet een en al kommer en kwel. Maar tegelijkertijd weerklinken ook hier de echo’s van uitsluiting. Jongeren zijn het er bijvoorbeeld over eens dat onderwijs belangrijk is, hoewel het ook een zware klus is. Dat heeft te maken met eigen tekortkomingen, maar er zijn toch ook andere factoren in het spel.

Meer lezen over dit onderzoek

  • K&S-rapport: Belevingsonderzoek bij kinderen en jongeren die in armoede leven. Deel 1: situering en theoretische achtergrond. (Van Gils & Willekens, 2010)
  • K&S-rapport: De beleving van kinderen die leven in armoede in Vlaanderen. (Van Gils & Willekens, 2010)
  • What do you think rapport Unicef Jongeren geraakt door armoede spreken over hun leven

Leestips

Situering en theoretische achtergrond
PDF ~ 628 Kb
Download
Belevingsonderzoek bij kinderen in armoede
PDF ~ 4.06 Mb
Download