50 jaar Kind & Samenleving
Hoe het begon
In 1974 profileert de erkende en gesubsidieerde landelijke jeugddienst NDO zich als vertegenwoordiger van het speelpleinwerk. Al snel, eind jaren ’70, breidt dit thema zich uit naar deskundigheid op vlak van woon- en leefomgeving en het inrichten van kwalitatieve, kindvriendelijke speelruimte en -beleid.
In 1983 onderzoeken we voor het eerst of kinderen nog buitenspelen in hun woonomgeving. In ons Buitenspeelonderzoek brengen we door observaties in kaart hoeveel kinderen buiten spelen en op welke plekken ze dat doen. Het onderzoek verbreedt het thema buitenspelen: het gaat niet alleen over speelpleintjes, maar over de hele publieke ruimte. Dat vormt tot op vandaag de basis van het speelruimtebeleid in Vlaanderen.
Tijdens de jaren ’80 en ’90 ontwikkelen de verschillende thema’s binnen de NDO zich steeds verder. Dat leidt tot een hernieuwde beheers- en werkingsstructuur:
- Onderzoekscentrum Kind & Samenleving (K&S)
- Vlaamse Dienst Speelpleinwerk (VDS)
- Vlaamse Dienst Kinderopvang (VDKO)
Op 4 december 1997 is er voor het eerst officieel sprake van de vzw Kind & Samenleving. Oprichters van dienst zijn Els Wijnendaele, Piet Convents (tot op vandaag actief betrokken in ons bestuursorgaan) en Jan Van Gils, directeur van Kind & Samenleving. In de jaren daarop ontplooien de 3 werkingen zich tot zelfstandige organisaties, waarop de vzw NDO in 2003 ophoudt te bestaan.
En dan
In de jaren daarop groeien we als organisatie die (belevings)onderzoek met kinderen voert. De insteek is actiegericht, met inspiratie vanuit de kinderrechten en met veel nadruk op spelen. Sinds 2004 is Kind & Samenleving erkend als vereniging informatie en participatie binnen het Departement Cultuur, Jeugd en Media van de Vlaamse Overheid. De thematieken breiden uit naar ruimtelijke planning, publieke ruimte, tijdsbeleving en welzijn. Kind & Samenleving profileert zich, tot op vandaag, als maker van speelweefselplannen voor lokale besturen.
Sinds de beleidsperiode 2018-2021 verscherpen we binnen de thema’s spelen & vrije tijd, ruimte en inspraak de focus naar kindvriendelijke ruimte. In de beleidsperiode 2022-2025 zetten we eerste stappen om daarin ook autonome mobiliteit van kinderen en jongeren mee te nemen. Met Loslopend kind volgt in 2021 een eerste visietekst op wat autonome mobiliteit inhoudt vanuit het perspectief van kinderen en jongeren. In de jaren die daarop volgen ontwikkelen we onze kennis rond dit thema met actieprogramma’s binnen het Departement Mobiliteit en Openbare Werken.
Ook het Buitenspeelonderzoek blijft een belangrijke pijler. In 2008 en 2019 worden de observaties in het onderzoek op dezelfde manier herhaald, zodat we voor het eerst kunnen vaststellen hoe het buitenspelen evolueert in Vlaanderen. Met de inzichten adviseren we (boven)lokale overheden en gaan organisaties over heel Vlaanderen aan de slag om buitenspelen te versterken voor kinderen en jongeren.
Doorheen de jaren versterkt Kind & Samenleving zijn positie als onderzoekscentrum, maar de vertaling van die beleving van kinderen en jongeren wordt steeds belangrijker. Er is immers een blijvende nood om het perspectief van kinderen in te brengen in speelruimtebeleid én het bredere ruimtelijk beleid, waar altijd heel diverse belangen spelen. We richten ons dus op een deskundige vertaling van die beleving van kinderen en jongeren naar beleidsmakers en –uitvoerders uit diverse beleidsdomeinen. Vandaag is dit aspect onze grootste kracht. En ook vandaag nog leren we nieuwe generaties beleidsmakers hoe ook zij naar die stem kunnen luisteren.
Vandaag & morgen
Vandaag neemt Kind & Samenleving als kwalitatief en onafhankelijk aanspreekpunt een belangrijke en unieke rol op binnen het jeugdwerklandschap. Als onderzoekscentrum blijven we de vinger leggen op wat kinderen en jongeren bezighoudt op vlak van fysieke en mentale ontmoetingsruimte. We gebruiken onze jarenlange expertise om tendensen vast te stellen, evoluties waar te nemen en beleidsmakers wakker te houden, te adviseren en tools aan te reiken om kindvriendelijke ruimte te creëren.
Daarbij nemen we hún stem als uitgangspunt en vertalen we deze naar beleidsmakers én terug, om verbinding te creëren. Op die manier verrijken we het beleid van overheden en organisaties, maar versterken we vooral de kansen van kinderen en jongeren in de publieke ruimte om te spelen, te bewegen en te ontdekken.
Dit jaar kijken we ook opnieuw sterk vooruit, tot 2030, terwijl we schrijven aan een nieuw beleidsplan voor onze organisatie. In 2024 krijgt het Buitenspeelonderzoek zijn 4e observatieronde. De bevindingen hieruit zullen zeker mee aan de basis liggen van waar we de komende jaren aan willen verder bouwen.