Kwalitatief onderzoek met kinderen en jongeren
Kind & Samenleving verricht kwalitatief onderzoek met kinderen en jongeren. Dat is vooral belevingsonderzoek: onderzoek naar hoe kinderen hun leefwereld benaderen, ervaren en er betekenis aan geven.
Kinderen delen met elkaar een zingeving die sterker dan bij volwassenen op directe belevingen is gestoeld, en minder op uitgekristalliseerde opinies. Betekenis geven aan de werkelijkheid gebeurt vaak op een heel directe, fysieke, lichamelijke of ruimtelijke manier.
Belevingsonderzoek probeert die zingeving zo goed mogelijk te vatten door heel uitdrukkelijk te focussen op het perspectief van kinderen. Het biedt inzichten in hoe kinderen op een eigen manier in de wereld staan en er betekenis aan geven.
Kinderen-in-de-wereld
Kinderen vormen niet enkel een maatschappelijke categorie. Zij gaan ook actief om met de sociale en materiële wereld waarin ze leven en waarmee ze verstrengeld zijn. Dat noemen we hun actorschap.
De keuze die Kind & Samenleving maakt voor belevingsonderzoek ligt in het verlengde van een focus op kinderen-in-de-samenleving, als een geschikte benadering om inzicht te krijgen in hoe het actorschap van kinderen ingevuld wordt. Het gaat zeer uitdrukkelijk over de ‘dagelijkse’ leefwereld van kinderen en hoe zij omgaan met de sociale, ruimtelijke en temporele omgevingen waarin zij terechtkomen. Dat kan dan gaan over hun gezin, hun buurt en stad, hun vrije tijd. En evenzeer over hoe kinderen en jongeren zich verhouden tot de armoede waarin ze leven of tot hun eigen positie als verkeersslachtoffer, als mantelzorger, als spijbelaar. Hoe geven kinderen zin aan die leefwereld en hoe geven zij hem mee vorm? Hoe spelen ze in op opportuniteiten die de omgeving hen biedt? Of ervaren ze weinig mogelijkheden en vooral beperkingen? Contesteren ze die omgeving of vinden ze haar ronduit betekenisloos?
Open en terughoudend
Kind & Samenleving bouwt voortdurend aan een onderzoeksmethodologie die erop gericht is de belevingen, ervaringen en meningen van kinderen optimaal te kunnen begrijpen. We zoeken naar de meest geschikte manieren om kinderen hun eigen perspectief te laten uitdrukken en om de onderzoeksresultaten te analyseren en bruikbaar te maken voor het beleid.
Bij belevingsonderzoek hoort vaak een veeleer terughoudende methodologie.
- De focus ligt altijd in eerste instantie op belevingen, veeleer dan op meningen. We kijken vooral naar wat kinderen doen en meemaken en hoe ze daar betekenis aan geven, veeleer dan meteen te gaan vragen naar de opinies van kinderen. ‘Hoe gaat dat’ of ‘wat gebeurde er toen’, veel meer dan ‘wat denk je over…’.
- De onderzoeker benadert het thema zo open mogelijk en zet dus de eigen, volwassen vooronderstellingen, oordelen en categorieën zoveel mogelijk tussen haakjes. De precieze invulling van het onderzoeksthema gebeurt door kinderen zelf: door wat zij zeggen en niet zeggen, door wat ze doen en laten. Pas nadien worden vragen meer toegespitst.
- Uitgaan van de beleving van kinderen zelf is een tegengewicht voor het van buitenaf of bovenaf opplakken van labels (leeftijdscategorieën, sociale of etnische achtergrond,…). Dat is des te relevanter wanneer het over gevoelige thema’s gaat. Weten we ‘vooraf’ überhaupt iets over hoe kinderen die slachtoffer zijn geworden van een ernstig verkeersongeval, omgaan met die gebeurtenis en haar nasleep? Beschouwen kinderen die in armoede leven, zich ook zelf als arm?
- Ook de relatie met de onderzoeker is er doorgaans een van terughoudendheid. Kinderen hebben de vrijheid om de onderzoeker in hun wereld toe te laten, hem erin te trekken, of hem net op een afstand te houden. De onderzoeker is eerder afwachtend in observaties, wil luisteren naar schijnbaar irrelevante verhalen van kinderen (die er wellicht inderdaad niet toe doen, maar misschien toch wel), of is bereid om zich door kinderen te ‘laten leiden’ op hun terrein. De openheid die kwalitatief onderzoek kenmerkt, behelst ook het inspelen op het soms warrige verloop van het onderzoek.
- Terughoudendheid staat inderdaad niet gelijk met een passieve houding. Als men kinderen echt ernstig wil nemen is het, zeker in onderzoek naar gevoelige thema’s, bijvoorbeeld van belang om juist verder te gaan dan formele ethische richtlijnen en het verkrijgen van informed consent, en om bedachtzaam om te gaan met de concrete ethische en methodologische kwesties die zich tijdens het onderzoek stellen.