Projectoproep 'De Grote Sprong': mobiliteit bij tieners van lagere naar middelbare school

DOCX ~ 651 Kb
Download

Deadline: Indienen uiterlijk op 15 februari 2024

Voor veel jonge tieners is de sprong van de lagere naar de middelbare school ook de grote sprong naar zelfstandigheid. Tieners worden geconfronteerd met nieuwe mobiliteitskeuzes en ook verkeerssituaties waarin zij kwetsbaar zijn.

Hoe bereiden tieners en ouders zich voor op deze grote stap? Hoe kan een stad of gemeente verkeersveiligheid aanpakken en zowel ouders als tieners ondersteunen in duurzame mobiliteitskeuzes? Welke ideeën hebben tieners zélf voor veilig en duurzaam verkeer naar school? 

Schrijf als gemeente in op deze projectoproep om samen met tieners een participatietraject af te leggen. Gebaseerd op hun inzichten en samen met het gemeentebestuur werken we een concreet beleid en aanbevelingen uit op maat van jouw gemeente, zodat ze vlot en veilig de grote mobiliteitssprong kunnen maken.

Over de projectoproep

Sprong naar autonome mobiliteit

Met het actieprogramma ‘De Grote Sprong’ wil Kind & Samenleving een beter beeld krijgen van de grote veranderingen op mobiliteitsvlak bij tieners die voor het eerst naar de middelbare school gaan. De overgang van de lagere naar de middelbare school is een belangrijk moment in het leven van tieners. Je gaat naar een andere school, leert nieuwe vrienden kennen, je komt in een nieuwe omgeving terecht en vaak moet je je vanaf nu elke dag zelfstandig verplaatsen. Uit het recente onderzoek verplaatsingsgedrag blijkt dat tieners veruit het meest de fiets gebruiken en ook de meeste kilometers afleggen.

Deze groei naar zelfstandige mobiliteit is een complex onderhandelingsproces tussen tieners en ouders. Het is een genuanceerd samenspel van die verplaatsing al dan niet (aan)kunnen, op weg mogen gaan, dat ook zelf durven en het graag willen. Het aantal verkeersslachtoffers bij jeugd is inderdaad het grootst bij de groep van 11 tot 14 jaar, vooral net voor en net na de schooluren. Hoe gaan ouders én tieners om met die reële bezorgdheid en welke strategieën ontwikkelen ze?

Het doel van dit project is om dit beter te begrijpen en om vanuit deze inzichten tieners en ouders handvaten te geven zodat deze mobiliteitsovergang zo soepel, veilig en duurzaam mogelijk kan verlopen. Met steden en gemeenten ontwikkelen we hiervoor een praktische toolbox.

Twee proeftuinen

Als voorbereiding op een brede bevraging bij tieners en ouders, realiseren we twee proeftuinen. We zoeken twee steden of gemeenten die in 2024 een participatieproject met tieners willen opzetten en een beleid willen ontwikkelen rond die grote sprong.

In elke proeftuin voert Kind & Samenleving in totaal drie inspraaksessies met tieners uit, (1 sessie in een lagere school en 2 sessies in een middelbare school). Op basis van deze inspraaksessies formuleert Kind & Samenleving concrete aanbevelingen en maatregelen voor de gemeente om de grote sprong van tieners gemakkelijker te maken en te ondersteunen.

Wat haal je eruit als gemeente?

Door de inspraaksessies met tieners krijg je als gemeentebestuur een tastbaar zicht op de knelpunten, overwegingen, noden en behoeften van tieners en ouders die de stap gaan zetten of gezet hebben naar de middelbare school.

Samen met tieners willen we verfijnde inzichten krijgen over volgende onderwerpen:

  • Waarom kiezen tieners voor bepaalde vervoersmodi? Wat zijn de overwegingen, fysieke en mentale drempels, noden, …? Wat is de rol van de ouders?
  • Hoe evalueren tieners de belangrijkste routes in de gemeente die ze elke dag afleggen? Waar zitten de belangrijkste knelpunten, missing links of alternatieven?
  • Welke ideeën hebben tieners en ouders om zich duurzamer te verplaatsen naar school? Helpt een ‘samenfietsplan’, een fijne schoolzone om af te spreken, een beloningssysteem en sensibiliseringscampagnes? Of hebben tieners zelf nog betere en creatievere ideeën?
  • Hoe krijgen tieners informatie en welke kennis over alternatieve vervoerskeuzes ontbreekt bij hen en bij hun ouders? Hoe kan jouw gemeente deze doelgroep beter informeren over bijvoorbeeld deelmobiliteit, Hoppin-punten, vervoer op maat, alternatieve fietsroutes, financiële ondersteuning of abonnementen, ...?

Op basis van deze participatie formuleert Kind & Samenleving concrete aanbevelingen en maatregelen voor jouw gemeente om de stap van deze tieners naar (duurzame) verplaatsingen te verkleinen.

Meer algemeen leer je via deze case hoe je tienerparticipatie op het domein van mobiliteit concreet kan maken: van het scherpstellen van de vraagstelling over het uitvoeren van inspraaksessies tot het verwerken en naar het beleid vertalen van de resultaten. Met deze ervaringen en inzichten kan je dus later zelf aan de slag met participatie, bijvoorbeeld bij de opmaak van het gemeentelijk meerjarenplan of een mobiliteitsplan.

Binnen dit project organiseren we bovendien een sterk onderbouwd dialoogmoment waarbij beleidsmakers en jongeren rechtstreeks met elkaar in gesprek gaan.

Het traject is binnen de gemeente een manier om dialoog op gang te brengen tussen de verschillende beleidsdomeinen, en om iedereen te leren kijken door een jeugdbril.

In het actieprogramma 'De Grote Sprong' wordt voor de komende jaren een campagne en website voorbereid waarin jouw gemeente centraal kan staan.

Wie kan indienen?

Deze oproep richt zich in de eerste plaats tot steden en gemeenten. Ook intergemeentelijke samenwerkingsverbanden of provincies kunnen indienen.

De inspraaksessies met tieners vinden plaats in een middelbare én lagere school, die zich al bereid hebben verklaard voor samenwerking. De indieners moeten dus al contacten hebben met scholen. Gemeenten die zelf geen middelbare school hebben kunnen ook mee instappen als ze samenwerking vinden met een middelbare school uit een buurgemeente.

PrijS

De Vlaamse overheid subsidieert het grootste deel van dit project binnen een actieprogramma duurzame mobiliteit. Er wordt een bijdrage van de deelnemende gemeentes gevraagd van 3.500,00 € (vrij van BTW).

Hoe verloopt een traject?

1. Startmoment en voorbereiding

    Het startmoment bestaat uit een startvergadering en terreinbezoeken met de diensten en alle betrokken actoren. Kind & Samenleving ontwikkelt op basis van dit startmoment de inhouden en aanpak van de inspraaksessies.

    2. Het participatietraject

      Het traject bestaat in totaal uit drie inspraaksessies:

      • één sessie in een zesde leerjaar (in principe in mei/juni 2024)
      • twee sessies met tieners in het eerste middelbaar.

        In een ideaal scenario gaan we eerst in een klas van het zesde leerjaar om te luisteren naar hun inschattingen, verwachtingen of bezorgdheden. Na hun eigenlijk ‘grote sprong’ naar het eerste middelbaar brengen we deze tieners opnieuw samen in een soort ‘reünie’. Als dit niet lukt, werken we met een klas in het eerste middelbaar, die twee inspraaksessies doorloopt.

        In minstens één sessie zetten we een directe dialoog op tussen tieners en de mobiliteitsverantwoordelijken, zodat zij samen met de tieners kunnen uitwisselen over haalbare acties. Doorheen het traject doen we allerlei inzichten op, die door Kind & Samenleving worden verwerkt.

        3. Aanbevelingen en eindpresentatie

          Na afloop van de sessies wordt alle informatie verwerkt en geanalyseerd door Kind & Samenleving. Op basis daarvan formuleren we aanbevelingen voor het gemeentebestuur. De bevindingen en aanbevelingen worden gepresenteerd aan de diensten en het bestuur.

          Praktische voorwaarden

          Stuur je volledige inschrijving op naar info@k-s.be én wvanderstede@k-s.be, uiterlijk op 15 februari 2024. Een volledige inschrijving omvat:

          • Het invulformulier
          • Een bevestigingsmail van een lagere én middelbare school waarin zij hun deelname garanderen.
          • Een formeel ondertekende intentieverklaring van de indiener (bijv. ondertekend door de gemeentesecretaris, schepen en/of burgemeester).

          De indiener staat tijdens het uitvoeren van het project in voor enkele logistieke taken. Concreet betekent dit:

          • Praktisch organiseren van de startvergadering en het terreinbezoek met de sleutelactoren (diensten, schepenen, beleidsmakers,…).
          • Contacteren van de scholen en praktisch organiseren van de drie inspraaksessies (locatie, logistiek). Elke groep bestaat uit minstens acht tieners. De sessies duren minimaal twee uur.
          • Aanwezigheid van min. één persoon vanuit de gemeente tijdens de inspraaksessies wordt aanbevolen (dit kan vanuit verschillende diensten).
          • Op één sessie is de aanwezigheid vereist van beleidsverantwoordelijken (bijv. mobiliteitsambtenaar, diensthoofd publieke ruimte en/of schepenen).

          Kind & Samenleving staat volledig in voor de inhoudelijke voorbereidingen en uitvoering van de inspraak. Wij maken een synthese en presenteren de concrete aanbevelingen aan het gemeentebestuur op het einde van het traject.

          Selectiecriteria

          Wij selecteren in 2024 twee projecten die het best scoren op onderstaande criteria. Indieners die verschillende criteria combineren, scoren hoger.

          1. Garantie over deelnemende scholen

          De indiener kan garanderen dat ze drie keer minimum acht tieners kan bijeenbrengen voor minimum twee uren. Dit moet aangetoond worden met een bevestigingsmail van een lagere én middelbare school:

          • Eén klassessie in het zesde leerjaar van een lagere school, bij voorkeur in het voorjaar 2024.
          • Twee sessies met een klas in het eerste middelbaar.

          Indien mogelijk wordt één van die klassessies in het middelbaar vervangen door een ‘reünie-sessie’ in september/oktober met de eerder bevraagde lager schoolkinderen die ondertussen de stap hebben gezet naar de middelbare school.

          Dit hangt echter af van de bereidheid van deze tieners en ouders. Vandaar wordt er, voor de zekerheid, bij de kandidatuur gevraagd of er bereidheid is van de middelbare school om twee sessies te laten plaatsvinden in de school (al dan niet met eenzelfde klas).

          2. De locatie van de middelbare school

          Voor dit project is het interessant om in een middelbare school te kunnen werken waar er wel wat drempels of uitdagingen te verwachten zijn voor de schoolverplaatsingen van tieners (bijv. moeilijke bereikbaarheid met fiets of openbaar vervoer, uitdagingen op vlak van verkeersveiligheid en druk autoverkeer).

          We zoeken één proeftuin in een meer stedelijke context en één proeftuin in een meer landelijke/suburbane context.

          3. Timing

          Alle inspraaksessies moeten in de loop van 2024 kunnen plaatsvinden. Dit is het belangrijkste criterium. Meer in detail hebben we zelf de volgende timing voor ogen:

          • Voorjaar 2024: Inspraaksessie in de lagere school + eerste inspraaksessie in middelbare school
          • September-Oktober 2024: Tweede inspraaksessie met tieners van de middelbare school.
          • November 2024: Afronding van het lokale project.

          Een andere timing ook is mogelijk. De indiener geeft dan weer hoe de alternatieve timing er zou kunnen uitzien.

          4. Motivatie

          Motiveer waarom het gemeentebestuur geïnteresseerd is in de projectoproep. Waarom wil de gemeente hier tieners bij betrekken? Zijn er al bezorgdheden of knelpunten bekend? Zijn er gemeentelijke projecten waarbinnen dit project past? Heeft de gemeente al een (mobiliteits)beleid t.a.v. deze doelgroep of wil ze er een ontwikkelen?

          Timing van het globale project

          Het projectverloop ziet er als volgt uit:

          • Lancering oproep: 7 december 2023
          • Indiening dossier: tot en met 15 februari 2024
          • Bekendmaking geselecteerde projecten: ten laatste 5 maart 2024
          • Opstart projecten: vanaf 5 maart 2024
          • Voorbereiden en uitvoeren inspraaksessies: april-oktober 2024
          • Presentatie van de aanbevelingen en afronding ten laatste in november 2024.

          Schrijf je in voor deze projectoproep via het invulformulier. Vragen? Contacteer coördinator Wouter Vanderstede via mail op wvanderstede@k-s.be, of per telefoon op 0487 02 32 16.

          Dit actieprogramma krijgt de steun van de Vlaamse overheid, Departement Mobiliteit en Openbare Werken.