Case 1: Eindhoven Fietsstad
Als ‘fietsstad’ kiest Eindhoven consequent voor fietsmobiliteit. Het stadsbestuur heeft een ‘Agenda Fiets 2016-2025’ opgesteld, een soort fietsbeleidsplan.
Er is een fietsambtenaar aangesteld. Ondanks de beperkte eigen investeringsmiddelen krijgt hij krijgt veel gedaan omdat hij inspeelt op lopende projecten en er ook politiek volop voor de fiets wordt gekozen.
Zoals vrijwel alle
Nederlandse steden vertrekt de stad vanuit de visie 'Duurzaam veilig'. De stad (eigenlijk nationaal
opgelegd) hanteert een sterke wegcategorisering, die zeer consequent wordt
toegepast.
Binnen 'duurzaam
veilig' worden er drie categorieën wegen onderscheiden,
die elk hun eigen kenmerken hebben:
1) Stroomwegen
2) Wijkontsluitingswegen
3) Erfontsluitingswegen
Elke weg wordt ingedeeld onder die drie categorieën en moet een aantal vaste
ontwerpprincipes volgen. Bij de hoogste categorieën (de 'stroomwegen' en 'gebiedsontsluitingswegen' wordt er volop voor sterk gescheiden fietsvoorzieningen gekozen. Dit betekent ook tunnels en fietsbruggen op cruciale oversteken.
Een grote uitdaging op het lagere net zijn 'invalsstraten' waar veel verkeer opzit, maar die toch strategische verbindingen zijn in het woonweefsel en fietsnetwerk. In Eindhoven wordt een tweetal types wegprofielen vaak toegepast en die blijken goed te werken.
1) Fietsers in het midden:
De plaats van de fietser midden op de weg is goed afleesbaar door de logo’s en vlakke bodemafwerking met rood asfalt. Af en toe zijn er ook dwarselementen om de snelheid te temperen. Dit type inrichting lijkt goed inzetbaar in onze straten met het 'fietsstraat'-statuut.
2)
Fietsers opzij:
Dit is meer het systeem van de Belgische fietssuggestiestroken, maar met sterke visuele
versmalling van de rijloper zodat de auto’s niet te snel rijden. De plaats voor fietsers is weer aangeduid met logo en lichtrode asfalt. (opmerking de wegcode i.v.m. fietspad en -suggestiestrook is anders in Nederland dan in België).