Woord van het jaar

Ook woorden kennen soms bliksemcarrières. Tot vorig jaar zou ik bijvoorbeeld gezworen hebben dat ‘loomen’ een foute verbuiging was. Ik ben een lome. Mijn kat en ik zijn twee loomen samen. Deze zomer nog wist ik niet waar ik het had toen collega Peter me een zak speelgoed meegaf die ik misschien kon gebruiken tijdens een fotosessie met kinderen. Het eerste wat ik zag, was een pak gekleurde, plastic ringetjes. En ik dacht: Rekkertjes. Allez jong, waarom heeft hij mij nu rekkertjes meegegeven? Waarop de kinderen het pak al zachtjes uit m’n handen begonnen te trekken. ‘O, checkt da, loombandjes!’ ‘Wat?’ ‘Loombandjes! Maar ken jij dat niet, of wat?’ Vandaag zijn die loombandjes in de running als trend van het jaar. En als woord van het jaar. En als product van het jaar. (Ja, ja, het is die tijd van het jaar waarin we dat soort verkiezingen houden).

K&B_15 

Loomen, voor wie het gemist zou hebben, is een vorm van knutselen waarbij je met een haaknaald elastiekjes door elkaar weeft tot armbandjes, pandabeertjes, hartjes, ijsjes. Ja, daar zitten nogal wat verkleinwoordjes in. Het is dan ook in de markt gezet als speelgoed voor meisjes van 8 tot 11 jaar, maar de trend is zichzelf voorbij gesneld, en net dat maakt hem zo interessant. Ook jongens vonden het loomen swag. Ze legden de stereotypes vrolijk naast zich neer en knutselden hun eigen armbandjes, beesten en helden. Tieners begonnen jurken en handtassen te maken, en tutorials op youtube te posten, zodat ook volwassenen zouden snappen hoe het moest. Grootouders raakten geprikkeld, waardoor oude haak- en naaitechnieken hun weg vonden (enter de granny square, of het gecrocheteerde loom-lapje). En plots gebeurde het. Overal zag je volwassenen die creaties van kinderen droegen: trotse ouders, leerkrachten, jeugdwerkers. Sterren poseerden ermee (Kate Middleton, David Beckham en Harry Styles). In vergaderingen doken zakenlui op die trots hun loombandje onder de manchetknopen lieten piepen. Cheon Choon Ng, de ingenieur die de bandjes had bedacht omdat hij indruk wilde maken op zijn dochters, bereikte iets wat hij niet had voorzien: het waren de kinderen die indruk maakten op de volwassenen.

Vervolgens gebeurde alles wat bij een rage hoort. Er kwam kritiek (dat er wel erg veel vervuilend plastic in die dingen zat). Er waren waarschuwingen (het gevaar van in slaap vallen met een loombandje rond je vinger). Sommige scholen besloten het te verbieden (want het was zo leuk dat de kinderen te veel afgeleid werden van het leren). En natuurlijk kwam er ook een proces wegens plagiaat. Dat was misschien allemaal terecht, maar het deed geen afbreuk aan wat de bandjes teweegbrachten. Loomen is afgeleid van het Engels voor weefgetouw - het is zelfs verwant met ons woord ‘alaam’ - en dat zegt precies wat die rekkertjes deden: ze weefden verbanden, en creëerden een nieuwe dynamiek tussen jong en oud, jongens en meisjes, tieners en kinderen. Dat rekkertjes dat kunnen, toont ons hoe hokjes vaak veel minder relevant zijn dan wij denken. Het zegt veel over ons verlangen om bij kinderen betrokken te zijn. En het geeft ons ook een boodschap over spelen. Spelen is ontmoeten: het is de insteek van een lange-termijnonderzoek dat we uitvoeren, en loombandjes zijn daar een wonderlijke illustratie van.

Woord van het jaar? Van mij mag het.

Foto in het midden: Diego Franssens (in het kader van ons onderzoek rond Spelen & Ontmoeten)

Reacties

comments powered by Disqus