Troetelknop

De natuur is wonderlijk, maar soms bedient ze zich van doorzichtige trucs. Deze bijvoorbeeld: combineer een rond hoofd, grote ogen, een zachte kin en een lieve snoet, en mensen schakelen automatisch over in troetelmodus. Konrad Lorenz heeft ruim 60 jaar geleden beschreven hoe schattigheid een knop bij ons induwt, waardoor we niet anders kunnen dan zorgen. Die knop maakt ons overigens niet eens erg kieskeurig. Een puppy in de ogen kijken, een jong konijn door de kamer zien tuimelen, een babywang aaien: er zijn er maar weinig die dat kunnen zonder dat daar iets rond hun hartstreek begint te wriemelen.

Schattigheid en zorgreflexen behoren tot ons oer-repertoire, maar het zou wél kunnen dat we er nu meer dan ooit verslaafd aan zijn. Facebook is één grote etalage van vertederende zeehondjes, stokstaartjes met veel te grote ogen, pups die in theekopjes passen en peuters die zo geweldig peuteren. Advertenties teren op schattigheid, en de boekskes ook: puppy’s en baby’s, dat verkoopt altijd. Hollywoodfilms bieden een staalkaart van kinderen met een spraakgebrek, een strik in het haar, en bolle kuiten in witte kousen. Terwijl we kijken, wordt onze troetel-knop voortdurend aan en uit gezet.

Mara Wilson was het toppunt van aandoenlijkheid toen ze opdook in films als ‘Mrs Doubtfire’ en ‘Matilda’. Niemand kon zo schattig lispelen als zij. Niemand kon zo mooi fout ‘uncharacteristically’ zeggen, in ‘Miracle on 34th Street’. Maar in een boek en een reeks interviews vertelde ze recent hoe die schattigheid haar gevangen had gezet. Toen ze twaalf werd, moest ze plots de sprong maken van schattig naar sexy. Er was geen optie voorzien om een paar jaar onder te duiken op haar kamer, zwijgzaam rond te lummelen bij het bushokje en dramatische zinnen in een dagboek te pennen. Er was geen ruimte om te zoeken wie ze was. Op websites kreeg ze in haar tienerjaren meestal dit soort advies: verf je haar blond, verlies eens wat kilo’s, verdwijn in één of ander gat. Lelijke varianten op wat ze vroeger in mijn dorp al eens zegden over jongeren: als ze klein zijn, zou je ze opeten en later heb je spijt dat je het niet hebt gedaan.

Het is de valkuil van schattigheid: dat we kleuters kleiner maken dan ze zijn, én tieners ouder. Eerst reduceren we kinderen tot iets wat lief is, wankel en knuffelbaar. Vervolgens, als ze aan die mal ontsnappen, vinden we dat ze maar meteen al het andere moeten zijn: wijs, doelgericht en ja, ook sexy. Psychologen en psychiaters trekken geregeld aan de alarmbel omdat er nog weinig ruimte is voor het woelen van tieners, voor puistjes, afwijkend gedrag en sullige ervaringen die niet het pad naar succes effenen. Goed genoeg: het klinkt zo saai als we altijd maar zeggen dat je kunt krijgen wat je wil, als je maar hard genoeg je best doet.

“Het is niet mijn taak om mooi of schattig te zijn, of iets anders dat iemand van me wil”, zei Mara Wilson, toen ze al een eind voorbij de puberteit was gegroeid. Wat zou ik dat nu graag boven het bed-einde van alle tieners hangen, en zeker ook boven dat van mijn puber. Maar ach: haar kamerdeur is momenteel gesloten. Wellicht heb ik geen zaken meer met haar bed-einde. Misschien is ze daar nu volop bezig om zelf een levensmotto te kiezen. En misschien, ja hopelijk, is ze zich in alle rust aan het ontpoppen tot iets ontembaars. Uncharacteristically, en in al de wilde kleuren die bij haar passen.

Kaat Schaubroeck

Deze blog verscheen als edito bij ons e-zine QuaJong, gratis te downloaden via http://k-s.be/e-zines/

Reacties

comments powered by Disqus