Gelukkige dinovember!

‘Maar moet je daar dan mee spelen?’

Een vriendin die misschien ooit kinderen wil, vraagt zich af of dat ook betekent dat ze jaren vastzit aan gezelschapsspelletjes en puzzels van Winnie de Poeh. Ze haat Monopoly. Ze heeft een hekel aan legpuzzels. ‘Maar nee’, zegt een andere vriendin. ‘Ik vind daar ook niks aan. Mijn kinderen speelden gewoon met elkaar.’ Ik antwoord dat ik graag het reuzenrad van Playmobil wil voor sinterklaas, maar dat mijn dochter helaas niet meer met mij wil spelen.

Mogen grote mensen meedoen met de kinderen? Moeten ze dat? Moeilijke vraag. Als organisatie maken we werk van speelweefsel, dat kinderen toelaat zich op eigen houtje te verplaatsen tussen plekken die voor hen belangrijk zijn. (Niét meespelen, dus.) Bovendien weten we uit onderzoek dat spelen voor kinderen dé manier is om hun eigen peer culture te ontwikkelen, ideeën, liedjes en rituelen te bedenken en die aan elkaar door te geven. Niet toevallig bouwen ze zo graag kampen, in bomen, onder tafels of in kartonnen dozen: daar kunnen ze hun eigen wetten doen gelden, ook de regels over wie erin mag en wie niet. (Verboden toegang voor volwassenen.)

En toch. Soms hebben kinderen wel degelijk behoefte aan spelprikkels. Aan een leider, juf, vader, buurvrouw die het vuur aan de lont steekt, aan iemand die een waanzinnig idee lanceert waar zij zich dan helemaal in kunnen verliezen. Wat is een jeugdbeweging zonder fantasievolle leiders?  Of een kindertijd zonder zotte tantes? (Wél meespelen, dus.)

Net daarom heb ik zo’n zwak voor Dinovember, het initiatief van Refe en Susan Tuma, twee vrolijke, zij het soms oververmoeide geesten, ook wel ouders genoemd. Op een avond hadden ze zonder veel nadenken de plastic dinosauriërs uit de speelgoedbak bij de tandenborstels van de kinderen gezet. Toen hun dochter de volgende dag de kamer binnen stormde om te zeggen dat de dino’s ’s nachts tot leven waren gekomen en met de tandenborstels hadden geknoeid, wisten ze dat er geen weg terug was. Dit moesten ze opnieuw doen. De hele maand november zorgden ze ervoor dat de dino’s muren bekladden, morsten met eten, een hoop rommel maakten – waarop de kinderen konden fantaseren over die nachtelijke avonturen.

Sindsdien zetten de dino’s elk jaar gedurende één maand de boel op stelten terwijl de kinderen slapen. Soms duiken ze ook tussendoor wel eens op, het zijn tenslotte sloebers. En soms zitten de ouders even zonder ideeën of maken ze constructies die compleet de mist in gaan. Dat is allemaal niet erg, ook de mislukkingen vuren de kinderen aan in hun fantasiespel: ze vullen zelf wel in wat er aan de hand is met die vreemde dino die een ei op z’n kop kreeg. 'Het mooie aan Dinovember is dat het onze kinderen het gevoel lijkt te geven dat ze de toestemming hebben om leuke dingen te doen die niet in een categorie passen,’ aldus Refe.

Dinovember is buiten de lijntjes kleuren. Het is verwondering, speelsheid, spanning, magie of - dat mooiste woord uit de kindertijd - deugnieterij. Het is als Sinterklaas, maar dan beter. Iedereen is Zwarte Piet.

Voor wie op zoek is naar stoute inspiratie:

https://www.facebook.com/dinovember

https://medium.com/@refeup/welcome-to-dinovember-6f4cb1886d41

Reacties

comments powered by Disqus