Al wat ge zegt zijt ge zelf

Een journaliste belt. Ze werkt aan een artikel over hoe kinderen gebukt gaan onder hobby’s, bomvolle agenda’s en stress, en ze is op zoek naar een onderzoeker die daar duiding bij kan geven. Het is dringend, zegt ze. Haar deadline nadert. Ik hoor haar naar adem happen als ik zeg dat die onderzoeker een week vakantie heeft, en ik heb met haar te doen, maar denk tegelijk: is het niet vreemd?

Is het niet vreemd hoe gemakkelijk onze blik vernauwt als we het over kinderen hebben? We noemen hen graag kwetsbaar en vertederend. Onschuldig, guitig, onwetend, zorgeloos. We herleiden hen tot het schattigste stuk van zichzelf, en maken ons vervolgens zorgen over alles wat daar niet binnen past. En dan hebben we het over een zorgwekkend cijfer hier, een alarmerende trend daar, waarop we een adequaat antwoord willen. (Ze zitten te veel aan de computer. Ze vertonen pestgedrag. Ze hebben geen idee waar de melk vandaan komt. Ze hebben te veel roze in hun speelgoedbakken. En te veel hobby’s in hun agenda. ) En de oplossing, dat toverstafje voor ouders, is altijd weer: een handvol opvoedingstips. Als ouders anders opvoeden, dan kunnen kinderen weer hun snoezige, stressvrije zelf zijn.

Het is ongetwijfeld goed bedoeld, maar het doet geen recht aan de wijsheid van kinderen. Je kunt je immers net zo goed afvragen: als de wereld voor volwassenen waanzinnig, complex en hectisch is, waarom verbaast het ons dan zo dat kinderen daar ook mee in de knoop liggen? Waarom zien we niet dat zij, net als wij, greep proberen te krijgen op alles wat voorbij dendert? We hebben het collectief druk. Er is veel druk. Er is zoveel tijd die verdampt terwijl we wachten op perrons en in files, terwijl we worstelen met toestellen die stukgaan of nog een dingetje posten op sociale media. En daarnaast lopen we ons stuk op alles wat wij willen waarmaken als kinderen, ouders, werknemers, partners, vrienden, mensen met passies, verplichtingen en dromen. Forums als The Gentlemom leggen die worsteling bloot, maar ze is niet het privilege van mama’s, en evenmin dat van volwassenen. Ook kinderen botsen op die grenzen. Daar is niet meteen een pasklare oplossing voor, net omdat stress geen zaak van opvoeding of individuele gezinnen is, maar van de maatschappij. Hoeveel ademruimte laat zij? En welke voorzieningen (kinderopvang, openbaar vervoer, loopbaanregelingen, hulptroepen) biedt ze om die ruimte te vergroten?

Het zou daarom mooi zijn als we konden zien hoe kinderen ons vooral een spiegel voorhouden. In speelplaatstaal: al wat ge zegt, zijt ge zelf. Als we vinden dat zij het te druk hebben, dan zegt dat iets over onze manier van leven. Kinderen tonen ons die spiegel telkens opnieuw, wanneer ze treuzelen rond bedtijd, brullend aan de deurklink hangen, bellen willen blazen als de schoolbel klinkt, of wanneer ze elke – maar werkelijk elke - stoeptegel onderzoeken op weg naar de winkel. En zelfs wanneer ze in het pretpark meer enthousiasme tonen voor de eend die voorbij snatert dan voor de wachtrij van de Mega Mindy Flyer. Dan zeggen ze eigenlijk alleen maar wat wij zo vaak denken: ik heb wat meer tijd nodig. Of: ik zou nu graag aan de agenda ontsnappen. Of nog: ik ben niet zomaar in te plannen. Dat zien, in het volle besef dat het niet zomaar op te lossen is en terwijl we toch dapper tijd toveren tussen laptops, knuffels en brooddozen door, dat is op zich al bijzonder waardevol.

PS: Meer lezen over de tijdsbeleving van kinderen? Dan is Vrijbuiters en ankertijd, door Johan Meire, warm aanbevolen!

(foto's: Diego Franssens, Lang leve het hangkind)

Reacties

comments powered by Disqus