​​Val veilig op

Er stierf een vrouw in het dorp. Toen ze bij schemerdonker het zebrapad overstak, werd ze aangereden door een chauffeur die haar te laat had opgemerkt. Op het bewuste kruispunt waren al eerder ongevallen gebeurd, en dus was iedereen het erover eens dat het zo niet langer kon. Misschien moest er een rotonde komen, of een verkeerslicht. Na rijp beraad bleek dat daar helaas geen budget voor vrijgemaakt kon worden, en dat er gelukkig een eenvoudiger oplossing was: men zou het zebrapad weghalen. “Dat betekent niet dat je de weg niet meer kunt oversteken”, zei de burgemeester in de krant. “Als voetganger moet je je er dan wel zelf van vergewissen of het veilig is of niet.”

Eerst moest ik lachen om de absurditeit. (Ach, ja, politici en de rotondes in hun denken.) Vervolgens werd ik kwaad. Mijn dochter steekt dat kruispunt elke ochtend over op weg naar de bushalte, en de angst dat er eens iets gebeurt, de angst die elke ouder heeft, groeit nu met de dag. En ik vraag me af hoe hardnekkig je moet zijn om je kinderen toch nog, ondanks alles, in al hun kwetsbaarheid, alleen naar school te laten gaan.

We zijn zo halfslachtig in ons denken over kinderen en verkeer. We weten het wel, dat kinderen er deugd van hebben om op eigen houtje naar school te gaan, en dat ze toch ooit moeten leren om in hun eentje onderweg te zijn. We openen her en der zelfs trage wegen, we bestuderen de mogelijkheden voor een schoolroutenetwerk. Tegelijk laten we ouders sudderen in hun angst, en aanvaarden we dat kinderen zich elke dag langs onveilige wegen begeven. We zeggen immers niet dat we radicaal en resoluut investeren in veilige verbindingen. We zeggen: kinderen zijn de meest kwetsbare groep, en dus moeten ze zich bewust zijn van de gevaren in het verkeer. We zeggen dat ze daarom, in hun eigen belang, een fluohesje moeten dragen en een helm, zodat ze beter aangepast zijn aan de auto. ‘Val op veilig, val veilig op’, heet dat bij het BIVV. Ik weet niet of ik die slogan helemaal vat, maar de geest van de boodschap snap ik wel. Beste ouder, het is uw verantwoordelijkheid. Als u dat kind wil laten fietsen of stappen, prima, maar wapen u dan, want het is oorlog op de weg. Intussen nemen we alvast de zebrapaden weg, omdat de situatie dan ten minste duidelijk is: dat is hier eigenlijk van de auto’s.

Sommigen durven nochtans te dromen van straten die ook van zachte weggebruikers zijn. In de Antwerpse Kroonstraat, bijvoorbeeld, palmden zevenhonderd kinderen vorige woensdag de weg in, al spelend, fietsend en tekenend (en voor zover ik kon zien: met fluohesjes aan). De actie was een initiatief van De Ideale Straat, een groep die sinds 2008 voor meer verkeersveiligheid ijvert en een aantal pijnpunten wil aanpakken: minder doorgaand verkeer, afspraken over laden en lossen van vrachtwagens, een inrichting als fietsstraat… De schepen van mobiliteit zei dat hij wel wat plannen had, maar dat hij daar nu nog niet over kon communiceren. De schepen van onderwijs daarentegen wilde wel al iets kwijt. Hij heeft 350.000 euro vrijgemaakt. Voor verkeerseducatie. “De weg van en naar school wordt in kaart gebracht zodat kinderen en hun ouders zich bewust zijn van de zwarte punten”, klonk het. We weten het: mobiliteit is complex, maar waarom dan altijd inzetten op opvoeding als de eenvoudigste oplossing voor àlles?

De echte beslissing over mobiliteit in de Kroonstraat is overigens al begin dit jaar genomen. Bij de goedkeuring van het stedelijk mobiliteitsplan kreeg de straat de twijfelachtige eer om het autoverkeer van de buurt te verwerken. Daar is een principiële keuze gemaakt voor automobiliteit. Durven we die keuze opnieuw in vraag stellen?

(Foto: Diego Franssens, Lang leve het hangkind)

Reacties

comments powered by Disqus